Zonsopgang in ons onderzoeksgebied de Babbelaar, Lauwersmeer

zaterdag 11 augustus 2007

Zaterdag 11 augustus: VERHUIZING BLOG

Met ingang van vandaag heeft mijn blog een nieuw adres.
Gebruik hiervoor de volgende link:
http://www.dutchbirding.nl/rss.php?url=34

donderdag 9 augustus 2007

Donderdag 9 augustus; dippen

Iedereen die denkt dat jaarlijsten voor een groot deel makkelijk en snel scoren is, heeft het mis. Je zit soms vele uren in de auto en dipt dan vervolgens. Hier twee voorbeelden:

1. Gisteravond naar Polder Breebaart geweest voor de gemelde Bona; niet gezien.
2. Vanmiddag naar de onvolprezen Ezumakeeg gegaan voor de door David Hoekstra ontdekte Blonde Ruiter: niet gezien.

Morgen is er weer een dag; nieuwe ronde, nieuwe kansen !

Woensdag 8 augustus; Lach-meest !!

Woensdagnacht gaat om drie uur de wekker. Ik lig in een diepe coma en snap eerst niet waarom de wekker op dit onmogelijke tijdstip afloopt. Dan weet ik het weer, het is Lachmeeuw-tijd! Met wat gelukt gaat de biologische wekker van de meeuw iets later af en kan ik 'm eindelijk toevoegen aan mijn jaarlijst. Het gaat spannend worden, er gaan verhalen dat meeuwen heel vroeg, nog in het donker, van de slaapplaats vertrekken. Ik geloof hier niet zo in, de Franklinsmeeuw van de Sophiapolder in Zeeuws-Vlaanderen liet zich 's morgens heel vroeg ook nog bekijken.

Kwart voor vier rij ik een donker Almere uit en om vijf uur rij ik bij Loo een grindpad op richting de plas en zandzuiger. Op een kleine parkeerplaats staan al een man of 15 te wachten. De sfeer is goed en iedereen heeft er zin in. Dit gaat ons lukken! De boot valt best op in het donker en met de telescoop is te zien dat er meeuwen op de boot liggen en staan te slapen. De zwart-gele pijp is gevonden en alle scopen staan hierop gericht. Het is half bewolkt en er is een maan te zien, echt heel erg donker is het dus niet.



Om kwart over vijf denken we een meeuw met donkere rug te zien bij de pijp. Heel langzaam begint het licht te worden en heel langzaam is het mogelijk meer details te zien van de meeuwen op de boot. Er ligt echt een meeuw met donkere rug bij de pijp en ineens is te zien dat de vogel een donkere kopkap heeft... zou het de Lachmeeuw zijn? De duisternis verdwijnt en de vogel is beter en beter te zien en dan, tot onze grote vreugde, bljkt de meeuw met donkere rug echt de Lachmeeuw (# 304) te zijn!!! De vogel laat zich prima bekijken, loopt wat heen en weer en poetst zich. Dan vliegen alle meeuwen van de boot en gaan op het water zitten. De zon komt achter ons op en in het eerste zonlicht is Atze de mooiste meeuw van allemaal.

Om een uur of zes besluit Atze dat het mooi is geweest en vliegt zonder enige aanleiding op. Hij komt recht op ons afvliegen en vliegt dan op een meter of 15 over ons heen. Op dat moment arriveren nog een paar vogelaars die alleen een in noordelijke richting wegvliegende meeuw zien.

We feliciteren elkaar en de sfeer is uitstekend. Voor alle andere vogelaars is het een nieuwe soort voor de Nederlandse lijst en voor mij - ik had de vogel van Groningen al - is het een wel zeer welkome nieuwe jaarsoort. Dit zijn de krenten in de jaarlijkse vogel-pap. We zijn vroeg opgestaan en hebben de gok genomen. Het is gelukt, de Lachmeeuw is binnen !!!

Dinsdag 7 augustus; Lach-meer

Voor het eerst sinds lange tijd heb ik weer eens uitgeslapen, wel tot acht uur! Dit doet me wel goed en na een lange en verkwikkende douche heb ik eindelijk weer eens tijd om de mail door te nemen en aan mijn blog te werken.



Omstreeks 12 uur stap ik in de auto voor de zoveelste rit naar Groessen. Als ik hier om een uur of 1 arriveer zit Jos van den Berg al op de dijk. Ik ga naast hem zitten en we theoretiseren over de kans dat de meeuw voor de derde opeenvolgende middag in de Jezuïtenwaai zal opduiken. Langzaam druppelen nog meer gelukzoekers binnen. Er laten zich zeer weinig meeuwen zien. We proberen nog een klein plasje iets noordelijker, maar hier zit alleen een handjevol Kokmeeuwen. Het blijft stil en rustig. Een volwassen Visarend laat nog een mooie show zien en hierna vertrekken de eerste vogelaars om in de omgeving te gaan zoeken. Ik blijf samen met Jos tot zes uur en besluit daarna naar de Rhederlaag te gaan. Hier staan al wat vogelaars te wachten op het mogelijke verschijnen van de Lachmeeuw.

Met een kleine twintig andere vogelaars sta ik even later naar het strand te kijken. Hier zitten redelijk wat meeuwen maar nog steeds is er geen spoor te bekennen van de Lachmeeuw. Iedereen scoopt de omgeving af en zo nu en dan komt er een vogelaar langs die in de omgeving - zonder restultaat - gezocht heeft. Peter van Wetter is scherp en alert als altijd en ontdekt wel - tot grote vreugde van sommige aanwezigen - een man die gedurende geruime tijd, open en vooral bloot, zich met zichzelf vermaakt. Na dit intermezzo blijven we scopen en hopen. Tegen een uur of negen geef ik de hoop op; de vogel komt niet meer en is echt onvindbaar.

Als ik terug rij naar Almere gaat de telefoon, Roelf Hovinga met wel heel erg goed en meer dan welkom nieuws: Vincent de Boer (dank, dank !!) heeft de vogel gevonden en Roelf gebeld om het nieuws te verspreiden. Roelf besluit direct mij te bellen voordat hij de waarneming gaat doorpiepen (dank, dank !!). De vogel zit op een zandzuiger bij Loo en laat zich goed bekijken. Ik bel Jos van den Berg die ook op de terugreis is en via een af- en oprit van de snelweg rij ik, voor de zoveelste keer, terug richting Arnhem. Na een kilometer of tien realiseer ik me dat ik met iets doms bezig ben. Het is onmogelijk Loo te halen voordat het donker is, ik kan beter omkeren en morgen heel vroeg op de plek te zijn waar de meeuw slaapt.

Terwijl ik de laatste kilometers naar Almere afleg groeit het plan. Ik wil morgen een uur voor zonsopgang op de plek zijn waar de meeuw slaapt. Met geluk is de meeuw dan in de schemer te zien voordat hij wegvliegt. Thuis bel ik met Vincent de Boer. Hij kan me, tot op de meter nauwkeurig, uitleggen waar de meeuw slaapt: bij een zwart-gele pijp aan boord van het schip. Dit moet lukken, ik weet waar de vogel zit en wil daar morgen heel vroeg zijn. Ik bel nog met Jos van den Berg en die heeft ook al besloten vroeg in Loo te zijn.

Na dit enerverende en leuke dagje Lachmeeuw zoeken rol ik tegen twaalf uur mijn bed in voor een kort nachtje.

woensdag 8 augustus 2007

Maandag 6 augustus; Lachmeeuw

Op zondagmiddag ontdekten Robert Keizer en Reinoud Vermoolen een Lachmeeuw op de Jezuïtenwaai bij Groessen. De vogel komt aanvliegen, zit een minuut op het water en vliegt dan door naar het noorden. Ik twijfel of ik zal gaan rijden op deze melding, het lijkt me bijna onmogelijk de vogel terug te vinden.


(gedramatiseerde weergave)


Maandagmiddag trekken Robert en Reinoud de stoute schoenen nog een keer aan en gaan zoeken naar de Lachmeeuw. Tot hun grote verbazing zit de vogel 'gewoon' op de plek waar ze 'm de dag ervoor ook hebben gezien. Ik besluit direct te gaan rijden en spring in de auto. Het is warm en broeierig weer en ik heb het raam van de auto helemaal open. Als ik over de laatste rotonde voor de snelweg rij, slingert mijn telefoon met een grote boog de auto uit. Met veel vaart schuift mijn trouwe mobiel meters over het asfalt. Ik keer de auto en parkeer bovenop de rotonde. Al snel zie ik de telefoon in twee delen liggen. Twee delen (de boven- en onderkant) die ik eenvoudig weer in elkaar kan klikken. Mijn batterij is echter verdwenen. Gelukkig heb ik een reserve in de auto en binnen een paar tellen ben ik weer bereikbaar voor vogels kijkend Nederland. Ik vervolg mijn weg richting Arnhem.

Onderweg krijg ik een piep: vogel is naar het noorden gevlogen. Ik besluit door te rijden, met een beetje geluk hangt de vogel daar nog ergens rond. Helaas blijkt dit niet het geval te zijn. Na zoeken in de omgeving geloof ik er niet echt meer in en besluit richting Almere te gaan.

In Almere aangekomen ga ik zoeken naar de batterij. Tot mijn blijdschap en vreugde ligt deze in het gras naast de rotonde. Dan gaat de telefoon, David belt me: 'snel naar de Rhederlaag komen, Martijn Bunskoeke heeft de vogel terug gevonden!'. Met een grote bocht keer ik de auto en ga andermaal richting Arnhem. Onderweg weer een afpiep; vogel is weer vertrokken. Ik rij stug door. In het recreatiegebied Rhederlaag tref ik een 10-tal wanhopige vogelaars aan. Zo'n zes gelukkigen hebben de vogel kort gezien, de rest vist achter het net. We wachten met z'n allen op een meeuw die niet wil verschijnen. Iedereen heeft wel zijn idee en is druk aan het speculeren waar de vogel uit kan hangen en of hij nog een keer zal verschijnen op deze plek. Het blijft stil en een stel recreanten verstoren de paar overgebleven meeuwen die op het strandje zitten.


Langzaam is het donker aan het worden en het gaat ook nog best hard regenen. We besluiten de waterzuivering bij Westervoort en de Jezuïtenwaai nog een allerlaatste keer te checken. Hier zijn bijna geen meeuwen te vinden en teleurgesteld rij ik voor de tweede keer terug richting Almere.

maandag 6 augustus 2007

Maandag 6 augustus; Waterrietzanger-magneet

Zoals wel vaker de laatste tijd zit ik maandagmorgen bij Camperduin over zee te kijken. Dit keer niet alleen maar met Nick, Thijs Udo en Jasper de Haan. Hoewel de wind voor de tweede dag in de goede hoek zit vliegt er geen Vale Pijl langs. 'Het is een uitermate slecht Vale Pijlen jaar' volgens Nick. Dat er zo weinig vogels worden gezien komt niet zo vaak voor. Balen dat dit nu juist moet gebeuren in het jaar dat ik zoveel mogelijk vogelsoorten wil zien. Maar, we hebben de hele maand augustus nog dus wie weet, komt het nog allemaal goed.

Het is bijna negen uur als de pieper gaat; Waterrietzangers, ontdekt door Ruud Brouwer. De vogels zitten in de Bakkersdam bij Petten, vlak om de hoek. Ik bel Ruud voor wat plekinfo en besluit direct te gaan. Ik waarschuw Nick geen Vale Pijlen te ontdekken en vertrek. Bij de Bakkersdam loop ik langs het riet maar zie weinig. Het voelt niet lekker, ik loop hier en Nick kijkt een paar kilometer naar het zuiden over zee. Wat als hij nu een Vale Pijl ziet? Daar zou ik echt niet vrolijk van worden. Ik zoek dus niet al te lang en keer terug naar Camperduin. Nick kijkt nog steeds over de zee en heeft gelukkig geen enkele pijl gezien.

Na een klein uur stopt Nick er mee. Hij gaat de Waterrietzangers proberen. Ik besluit mee te gaan en zo staan we een kwartier later met z'n vieren bij de Bakkersdam. Nog steeds zijn er geen Waterrietzangers te vinden. Nick, Thijs en Jasper vertrekken en ik struin nog een keer langs het riet. Het duurt niet lang en dan verschijnt Cor Hopman ten tonele. Samen lopen we nog een keer langs het riet en dan hoor ik ineens een rietzangerachtig roepje. We pishen en ik rammel met mijn sleutels. Ik kijk met mijn kijker over het riet en dan zit daar ineens een geweldig mooie juveniele Waterrietzanger (# 303) naar me te kijken! De vogel zit niet ver weg en ik probeer Cor uit te leggen waar de vogel zit. Helaas lukt dit niet en de vogel duikt weer het riet in.

Dan duikt Harm Niesen op en we gaan met z'n allen de tweede Waterrietzanger proberen. Harm blijkt een erg handige gadget bij zich te hebben. Hij rommelt wat met snoertjes en drukt op wat knopjes en dan legt hij de hele handel een meter of 15 bij ons vandaan langs de sloot. Het apparaat staat nog geen minuut aan of ik zie ineens iets in het riet; een zeer fraaie Waterrietzanger zit open en bloot voor ons. Iedereen kan de vogel bekijken. De vogel bekijkt Harm z'n gadget even en verdwijnt daarna direct weer uit beeld, het riet in. Wonderbaarlijk die Waterrietzanger-magneten!

vrijdag 3 augustus 2007

Vrijdag 3 augustus; Door de 300 grens !!

Na veel nachtjes slapen was het vandaag dan eindelijk de Grote Dag; de Friese Front Pelagic. Al weken fantaseerde ik over wat we allemaal wel niet gingen zien. De ene na de andere goede soort zou gezien gaan worden. De meningen over deze trip waren zeer verdeeld. Sommigen vonden de tocht te vroeg in het seizoen, eind augustus of september zou beter zijn. Anderen waren het hier hardgrondig mee oneens, dit is juist de tijd voor zeldzaamheden. En dan vond nog een deel van mijn vrienden het gewoon onverstandig om de vaste wal te verlaten. 'Je zet jezelf buitenspel als een goede soort ontdekt wordt', mailde een bekende Groninger me. En hoewel ik bijna altijd naar hen luister en hun meningen zeer op prijs stel, trok ik me dit keer niets van hen aan. 'Aanvallend vogelen' dat wilde ik toch zo graag? De keuze was dan ook snel gemaakt: boot in en zo ver mogelijk weg van de kust. Gewoon proberen en - letterlijk - zien wat het me gaat brengen.

Dus vrijdagnacht ging de wekker om twee uur. Om half vijf kwam ik aan in de haven van Lauwersoog waar de Dageraad al lag te wachten. Dit schip gebruiken vogelaars uit het noorden elk jaar voor hun traditionele pelagic in september. Precies om vijf uur vertrok de boot en gingen een 50-tal mannen en een drietal vrouwen op weg naar het Friesche Front.

Omdat het afgaand tij was ging het allemaal lekker vlot en binnen een uur waren we aan het varen op de Noordzee. Toch duurde het nog wel een paar uurtjes voordat ik mijn eerste nieuwe jaarsoort zou zien. Om kwart voor negen scande ik de zee en zag in de verte een jager aan komen vliegen, de vogel kwam dichterbij en bleek een Grote Jager (# 300) te zijn! Het was gelukt, driehonderd jaarsoorten waren binnen! Daarna ging het ineens vlot en een goed anderhalf uur later vloog een Noordse Stormvogel (# 301) achter de boot langs. Het duurde daarna nog een uurtje voordat er een mooie juveniele Drieteenmeeuw (# 302) langs de boot vloog. Drie nieuwe jaarsoorten waren binnen: de soorten waarvan ik had verwacht ze te gaan zien tijdens deze trip. Alle andere jaarsoorten zouden een bonus zijn.



Tegen twaalf uur kwamen we aan op het Friesche Front en ging er een complete trukendoos open. Het gevolg was dat er al spoedig een enorme wolk Kleine Mantelmeeuwen achter de boot hing. Toen popcorn gemengd met visolie overboord ging vierden de Noordse Stormvogels feest, meer dan 10 vogels hingen om de boot heen en werkten gulzig de popcorn naar binnen. Hoewel in een onafzienbare stroom scum en visafval overboord gingen zagen we geen pijlen of andere droomsoorten.

Op de boot kwam ik ook nog een bekend gezicht tegen, Rob Buiter. Hij maakt o.a. reportages voor het Vara programma Vroege Vogels. Ik ken hem nog van een reportage die hij gemaakt heeft over het uitlezen van dataloggers in halsbanden van Kleine Zwanen. Tot mijn grote vreugde krijg ik ook de kans iets te vertellen. Al snel gaat het over mijn jaarlijst en hoe dat allemaal in zijn werk gaat. Waarschijnlijk komt mijn bijdrage in de raportage die binnenkort tijdens Vroege Vogels uitgezonden gaat worden. Zodra ik een uitzenddatum weet zal ik dat hier melden.



Om een uur of zes staan we weer op de vast wal. Na een kort bezoekje aan het Lauwersmeer ben ik omstreeks tien uur thuis. Driehonderdentwee soorten in 'de pocket', met deze gedachten rol ik mijn bed in. Ik sluit mijn ogen en al snel droom ik van wat er nog meer mogelijk is...

donderdag 2 augustus 2007

Woensdag 1 augustus; Wegpiraat naar Woestijnplevier

Het is woensdagavond iets voor acht uur als ik telefoon krijg. Ik zit op dat moment in mijn auto en moet aan het stuur draaien en andere dingen doen. Ik laat de telefoon dus gaan en besluit later terug te bellen. Om precies acht uur parkeer ik mijn auto en gaat weer de telefoon, Rommert: 'Je moet nu naar Den Helder, Roelf heeft een Woestijnplevier gevonden'. Ik bedank hem voor zijn snelle doorgeef-actie en bel Roelf. De vogel zit op een bollenveld tussen Julianadorp en Groote Keeten. Onmiddelijk bel ik Martijn Bot en Hans Pohlmann om hen het goede nieuws door te geven.

Hierna stap ik weer in de auto en ga direct op weg richting Den Helder. Het is ondertussen vijf over acht. 'Ga ik dit nog halen?', bedenk ik me, 'het zal krap worden'. Ik trap het gaspedaal goed diep in en rij strak door. 'Het moet te doen zijn, het is een heldere avond dus het zal best lang licht blijven. Vogel zit op een bollenveld, is dus de hele tijd zichtbaar, kan niet achter riet of zo iets wegkruipen'. Ondertussen rij ik op de linkerbaan en rij ietsje te hard. Het is vakantietijd en dus niet al te druk op de weg. Het gaat onverwacht snel en bij Krommenie en Alkmaar werken de verkeerslichten goed mee. Hierna komt dan nog een heel stuk tweebaansweg, de N9. Ik zit achter een auto met een klein aanhangertje en ook die heeft er wel zin in en heeft er goed de vaart in. Ondertussen zie ik in het westen de zon lager en lager zakken.

Alles zit deze rit mee en het is ongeveer twintig over negen als ik op de plek van de plevier aankom. Ik parkeer de auto in de berm en spring eruit. Ruud Brouwer staat me al met een grote lach op te wachten, 'hij zit er nog Peter!' zegt hij. Ik pak mijn kijker en scoop en loop een betonnen pad af richting het bollenveld. Hier kom ik Roelf Hovinga en Mario Renden tegen, zij hebben de vogel ontdekt. 'De vogel loopt mooi vooraan, bij een groepje Steenlopers', vertelt een overduidelijk blije Roelf me. Ik scoop, zie Steenlopers en daarna loopt er een supermooie Woestijnplevier (# 299) mijn beeld in. De vogel lijkt erg rusteloos en loopt druk heen en weer. Ik kan hem nog een paar keer goed bekijken en dan vliegt de vogel, zonder enige aanleiding, met een paar Regenwulpen op en verdwijnt richting de Noordzee. Luuk Punt komt vijf minuten te laat aanrijden...

Ik klets nog wat na met de ontdekkers, Luuk en de goedlachse Limburger Frank Meeuwissen. Het is gezellig en (bijna) iedereen is in een uitstekend humeur. Ik bedank Roelf dat hij me ruim voor de piep belde, als ik op de piep was gaan rijden had ik de vogel niet gezien. We lachen en vertellen elkaar grappen en grollen. Het voelt goed, direct reageren op de melding en dan de vogel zien die na tien minuten besluit om weg te vliegen. Maar toch knaagt er ook wel iets, dit is een nieuwe soort voor Martijn Bot en ik zou het toch wel heel erg fijn vinden als hij 'm morgen kan zien. Volgens Roelf heeft de vogel dinsdag ook al op dit bollenveld gezeten, misschien zit ie er donderdag gewoon weer.

Ik neem afscheid van Mario, Roelf, Luuk en Frank en vertrek naar Almere. Onderweg trakteer ik mezelf op een flesje Yogho Yogho. Nog 1 nieuwe jaarsoort en er gaat een andere fles open!!

maandag 30 juli 2007

Maandag 30 juli; De Griel-Guards

Zondagavond krijg ik van Bart-Jan een sms: Griel bij Losser! Ik meen me te herinneren dat daar een week geleden ook al een vogel was gezien, die vogel zit daar dus nog! Ik bel met Carl Derks - hij heeft de waarneming doorgegeven - en het blijkt dat de vogel daar al een goede twee weken zit. Plannen zijn snel gemaakt, vroeg opstaan en dan direct naar Losser. Hans Pohlmann hangt ook al snel aan de telefoon, hij gaat heel vroeg die kant op en zal me bellen zodra hij de vogel heeft.

Om drieentwintig minuten over zes op de maandagochtend gaat de telefoon, Hans Pohlmann. 'De vogel zit er nog, kom maar snel' is de boodschap. Ik zit op dat moment al in de auto richting het oosten.

Het is ongeveer half negen als ik op de plek van de Griel arriveer. Tot mijn grote verrassing staat er in het Twentse land een Zeeuw: Rob Sponselee. Hij wijst me de Griel (# 298) aan die roerloos langs de waterkant staat. Rob blijkt met vakantie te zijn en staat met zijn gezin een kilometer of twintig verder op een camping. Het is altijd leuk Rob tegen te komen en dit keer is het niet anders. Hij geniet enorm van alle soorten die in het Zeeuwse niet of weining voorkomen. Vol enthousiasme laat hij me video-opname's zien van Nachtzwaluwen. Rob geniet met volle teugen van Twente en alles wat dit hem te bieden heeft, dat is me wel duidelijk.


Wie minder genieten zijn twee locals. Ze blijken helemaal niet blij te zijn met de massale belangstelling voor de Griel. Ze hielden het al twee weken geheim maar nu is het geheim uitgelekt. Het is duidelijk dat deze mannen niet van soortenjagers en dat soort volk houden. 'Er komen alleen maar Zandvoortse toestanden van' moppert er één van de twee, 'de rust is nu helemaal weg'. Ik snap het eerst niet zo goed maar dan legt hij het me uit, 'die toestanden met de Blauwstaart, dat verwachten we nu hier ook'. Het is me duidelijk, deze mannen verwachten een enorme toe loop van vogelaars (en meer van dat soort lieden) en die veroorzaken alleen maar onrust en schade. Ik snap het niet helemaal, het is vakantietijd, het is een maandag en het is 'maar' een Griel die dan ook nog in het uiterste oosten van het land zit. Zo druk zal het toch niet worden?

Ze zijn vastbesloten te blijven zolang de Griel in het gebied zit. Ze gaan de boel bewaken en in de gaten houden. 'Jullie zijn dus echt Griel-Guards', vertel ik ze. Gelukkig zijn ze ondertussen best vrolijk geworden en kunnen ze hier wel om lachen. In de verte, langs een ander wegetje richting de zandafgraving staat nog een Griel-Guard. Het hele gebied is dus hermetisch afgesloten en niemand kan de Guards (of het 2 meter hoge hek met prikkeldraad dat om de plas heenloopt) passeren.

Ze zijn van plan net zo lang de wacht te blijven houden als de vogel in het gebied blijft. 'We hebben vakantie', vertelt de man met de lichte pet me, 'dus we kunnen het heel lang volhouden'. Ik hou het minder lang vol en ik maak nog even een bewijsplaatje van de Griel en een foto van de twee Guards en een blije Rob. Hierna wens ik de twee een goede wacht en vertrek ik naar andere oorden.

Zondag 29 juli; Vaal en Grauw

Als ik zondagmorgen heel erg vroeg de wekker hoor afgaan klettert de regen hard tegen het raam. Het is op dat moment iets na vieren en ik ben van plan naar Camperduin te gaan. Mijn plan is daar zo vroeg mogelijk te zitten om niets te missen. Door de regen heb ik niet veel zin op te staan en ik zet de wekker nog een keer, nu een drie kwartier later. Als dat de wekker weer gaat sta ik met een diepe zucht op. Ik douche terwijl ik half in slaap ben en de regen nog steeds met bakken uit de hemel komt.

Ik zet koffie en check de buienradar. Om ongeveer half acht zou het droog moeten worden in Camperduin. Het is een uurtje rijden vanuit Almere dus als ik daar een uur of zeven ben is het prima. Moet ik nog even in de regen zitten maar het zal dan snel droog worden is de voorspelling. Met de wind zit het ook wel goed, 's morgens weinig wind en 's middags een aantrekkende noord-westelijke wind.

En dus zit ik om iets na zeven uur in Camperduin over zee te kijken. De voorspellingen kloppen, het is bijna droog en er staat zeer weinig wind. De zee ziet er spannend uit en in mijn gedachten vliegen de pijlen al over die spiegelgladde zee. Uur na uur verstrijkt en het is weer stil. Er vliegen wel veel meer Jannen maar dat is het dan ook wel. En dan plotseling om ongeveer kwart voor elf vliegt er ineens een pijl in mijn scoopbeeld. 'Vale...!', flitst er door mijn hoofd maar dan zie ik het direct; het is een Grauwe Pijl (# 296). Ook niet verkeerd, maar deze soort had ik echt niet verwacht. De vogel vliegt vlak achter de branding en is prima te zien. Ik kan zelf de lichte ondervleugels zien. De vogel vliegt naar noord, maakt een scherpe bocht en gaat bij een meeuw op het water zitten. Ik geniet van die wonderlijke vogel, die van zo waanzinnig ver weg komt. 'Waar zou die uit het ei gekropen zijn?' denk ik. Plotseling vliegt de Grauwe Pijl weer op en verdwijnt in noordelijke richting.

Het is iets na twaalf uur als ineens Nick van de Ham voor mijn neus staat. Hij komt toch nog maar even tellen. We kletsen over van alles en nog wat en dan zegt Nick ineens dat hij misschien een Vaaltje heeft. Op zee drijft een groot stuk wier en dan hangt de vogel steeds boven te fourageren. Ik heb het stuk wier al snel gevonden en zie er een klein vogeltje boven fladderen. Het Vaal Stormvogeltje (# 297), want dat is het, laat zich regelmatig bekijken. Volgens Nick is het zijn tweede of derde Vaaltje in juli ooit, 'Ze zijn in juli zeldzamere dan Vale Pijlen', zegt hij met een grijns. Dat heb ik nu weer, geen Vale maar een Vaaltje...

Toch ben ik blij met deze jaarsoorten, je kan ze maar beter hebben. Om iets na vieren geloven we het wel en vertrekken we naar respectievelijk Alkmaar en Almere.

vrijdag 27 juli 2007

Vrijdag 27 juli; De eerste van de vier

In een poging een Vale of Noordse Pijl op mijn jaarlijst te krijgen heb ik gisteren en vandaag de gehele ochtend bij Camperduin over zee gekeken. Gisteren was het ronduit saai; het hoogtepunt waren twee Jan van Genten.

Vandaag was het iets minder saai. Toen ik om ongeveer half acht bij de telpost aankwam zat Nick van de Ham er al. Hij had net een Noordse Pijl gezien. 'Dit zou wel eens goed kunnen worden', dacht ik. Maar het bleef bij die ene Pijl. Jannen vlogen af en toe langs maar voor de rest was het stil. Om een uur of tien ging Nick weg en bleef ik in m'n eentje over zee kijken. Echt spannend is het niet geworden maar om ongeveer kwart over twaalf vloog er ineens een jager door mijn beeld. De vogel zat achter een Grote Stern aan. Het bleek te gaan om een juveniele donkere fase Kleine Jager (# 295), een heuse jaarsoort voor mij! De jager liet al snel de stern met rust en vloog recht op de kust af. Vlak achter de branding ging de vogel op het water zitten en liet zich redelijk goed bekijken. Na een goed kwartier is de vogel in noordelijke richting weggevlogen.

Dit was de eerste van de vier soorten jagers die ik op mijn jaarlijst moet zien te krijgen, nog drie te gaan!

woensdag 25 juli 2007

woensdag 25 juli; Toch nog!

Afgelopen maandag ontdekte Bernd de Bruijn een Kwak bij het station van Woerden. Hij stond op perron zes en zag de vogel in een slootje aan de andere kant van het spoor. Ik krijg een tip van Hans Pohlmann en bel aan het begin van de avond even met Bernd. Het is een grappig verhaal, een Kwak ontdekken terwijl je op de trein staat te wachten. Ik kan me niet voorstellen dat de vogel nog aanwezig is en ga extreem vroeg naar bed, het is dinsdag weer heel vroeg dag.

Dinsdagmorgen gaat om vier uur de wekker en zo kan het komen dat ik samen met twee collega's voor zeven uur in de Vlinderbalg, Lauwersmeer waterplanten sta te samplen. Als ik aan het begin van de middag bij onze bus kom blijkt dat ik een aantal sms-en heb ontvangen; de Kwak is er nog. Ik kan echter onmogelijk weg, veldwerk gaat altijd voor een vogel. We samplen het Oude Robbegat en om zeven uur 's avonds stap ik in het Nieuwe Robbegat weer op de kant. Twaalf uren bijna onafgebroken in het water gestaan. We gaan eerst eten in de Pizzeria (een erg goede overigens) in Zoutkamp en dan terug richting het midden van het land. De Kwak is ondertussen nog steeds aanwezig bij het station.

De volgende morgen breng ik eerst de bus naar het Instituut en daarna rij ik met mijn eigen auto naar Woerden. Als ik perron zes op loop zie ik de vogel direct. In een klein slootje zit een juv. Kwak (# 294) zich te poetsen. Ik pak mijn verrekijker en op het redelijk volle perron kijk ik naar de vogel. Het valt me op dat niemand enige interesse toont naar het wat of waarom ik met een verrekijker sta te kijken. Iedereen staart voor zich uit of leest de krant. Het blijft me verbazen, al die afgestompte mensen die hun leventjes leven en geen idee hebben wat er buiten allemaal voor moois te vinden is. Hoe dan ook, ik geniet van de vogel en ben om acht uur weer op het Instituut. Hier liggen 120 samples van waterplanten op me te wachten.

zondag 22 juli 2007

Zondag 22 juli; Sleurhutten migratie

Al enige dagen zat ik te dubben; moet ik voor mijn Zwarte Ooievaar naar de Slikken van Bommenede? Als ik niet ga loop ik het risico deze soort te missen. Een nazomer met veel westenwinden zou kunnen betekenen dat maar weinig Zwooien Nederland aandoen. Veel vogels zullen dan oostelijker - via Duitsland - naar het zuiden vliegen. Maar het is wel een fikse afstand die ik ga rijden voor een Zwarte Ooievaar, een soort die ik de laatste vier jaren elk jaar nog in de OVP zag. Het blijft kriebelen en ik voel me er toch niet helemaal gemakkelijk bij. Op zaterdagavond besluit ik te gaan, dan heb ik in ieder geval deze soort. Ik kan beter op safe spelen en er een ochtend insteken. Ik ga er van uit dat het niet moeilijk zal zijn de Zeeuwse vogel te zien te krijgen.

En zo rij ik op zondagochtend vroeg richting het zuiden. Ik had verwacht dat het rustig zou zijn op de weg maar niets is minder waar. Een lange rij caravans rijdt in colonne naar het zuiden. Nou ja, rijden... ze worstelen zich een weg naar het zuiden lijkt het wel. Ze halen elkaar in, blijven onnodig links rijden en doen alsof de hele weg van hun alleen is. Ik ben dan ook blij als ik de A27 achter me kan laten en op de veel rustigere A15 kom. Met verder niet al te veel caravans op mijn pad kom ik dan tegen een uur of negen aan bij de Slikken van Bommenede.

Ik scan het gebied af maar er laat zich geen Zwarte Ooi zien. Uit verschillende hoeken probeer ik het gebied af te kijken, maar geen Ooievaar te zien. Ik bel Peter Meininger die me nog wat extra info geeft. Ik blijk toch op de goede plekken te zoeken, de vogel zou gewoon nog in het gebied aanwezig moeten zijn. Als ik op de dijk aan de koffie zit en met Bart Jan bel komen twee bekende gezichten de dijk oplopen; Kees en Rina. 'Ze achtervolgen me dit weekend', is mijn eerste gedachte. Als we even op de dijk staan te kletsen moeten we ineens naar de auto rennen, we moeten schuilen voor een bijzonder hevige regenbui. De buien blijven komen en het maakt het zoeken naar de vogel bijzonder lastig. Tijdens een droge periode spreken we twee vogelaars, ze hebben de Ooievaar gezien! Hij vloog vanaf Dreischor in de richting van Bommenede. Dat geeft hoop, de vogel is in ieder geval nog aanwezig.

In de stromende regen rijden we richting Dreischor en het Dijkwater en zoeken slootjes en akkers af. Niks, helemaal niks. Na een half uurtje zijn we weer terug bij de Slikken en staan wat te kletsen en mijmeren. Zwarte Ooievaars zijn toch niet zo eenvoudig als het vaak lijkt is onze conclusie. Ondertussen kijk ik richting Dreischor of ik toch niet iets zie vliegen. En dan vanuit het niets vliegt er in de verte een Zwarte Ooievaar (# 293) langs de dijk! Twee Bergeenden zitten acher de vogel aan die ergens langs de dijk lijkt te landen. We besluiten om te rijden en vanaf de uitkijkheuvel aan de Grevelingen kunnen we de vogel redelijk goed bekijken. Toch nog gelukt! Ik neem afscheid van Kees en Rina en vertrek naar Almere om het laatste stukje van de Tour-etappe van deze dag te bekijken.

Zaterdag 21 juli; 1 + 1 = 292

Op de zaterdagochtend staat Camperduin op het programma. Als ik aankom bij de observatiepost is die helemaal leeg. Er staat een stevige wind, uit een zuidelijke richting, kracht 5-6 Bft.. Als ik een half uurtje over zee sta te kijken krijg ik gezelschap van Kees en Rina Renes. Met z'n allen hopen we op een Vale Pijl en meer van dat moois. Helaas vliegt er niet veel, zo nu en dan een Jan van Gent en wat Zwartjes. Plotseling zegt Kees dat hij een Alk of Zeekoet ziet vliegen. De vogel vliegt vlak achter de branding en ik pak 'm snel op. Het blijkt een Zeekoet (#291) te zijn. Tot verbazing van Kees en Rina is dat een nieuwe jaarsoort voor me. Na dit hoogtepunt bljft het stil en zo rond een uur of twaalf vinden we het wel genoeg. We checken de Putten nog even en dan gaan we elk onze eigen weg.

Vrijdagavond kwam er weer eens een melding van de Groene Reiger. Het bleek dat de vogel op woensdag gezien is. Dit keer aan de westkant van Zaandam. Omdat dit niet zo heel erg ver van Camperduin af ligt besluit ik daar eens te gaan zoeken. Als ik daar rondloop begin ik me een beetje moedeloos te voelen, het lijkt wel op het zoeken van de bekende speld in de hooiberg. Overal zijn geschikte plekjes voor een klein reigertje. Ik loop wat rond en speur de slootkanten af. Om twintig over twee gaat de telefoon, 'Peter, kom maar naar Peasens, we hebben een Terek gevonden!'. Rommert Cazemier en Roelf Hovinga zitten bij de hoogwatervluchtplaats en kijken op dit moment naar de vogel.

Ik aarzel geen moment en loop direct terug naar de auto. Op naar Fryslan, een Terekruiter mag ik niet laten lopen. Als ik terug loop flitsen vele gedachten door mijn hoofd: de vogel zit op een hvp en het is maar de vraag hoe lang de vogel daar blijft. Kwart voor drie is het hoog water, van Zaandam naar Peasens is minstens anderhalf tot twee uur rijden dus is de vogel als ik daar eindelijk ben nog te vinden? Ik besluit eerst maar eens te gaan rijden, hoe het dan verder gaat zie ik wel als ik in Peasens ben. Na een uurtje krijg ik Rommert weer aan de telefoon, de vogel is de kwelder opgevlogen en niet meer zichtbaar. Roelf en hij besluiten terug te lopen naar hun auto.



Om vier uur kom ik aan in het mooie Friese dorp Peasens. Als ik het dorp binnen rij zie ik dat er op een sportveld een kaatswedstrijd aan de gang is. Mijn Friese hart begint sneller te kloppen en ik voel me meer dan thuis. Ik parkeer de auto aan de voet van de Waddendijk en begin de strekdam af te lopen. Aan het einde van deze dam hebben Rommert en Roelf de vogel voor het laatst gezien. Als ik hier aan kom zie ik grote hoeveelheden steltlopers om me heen, honderden Tureluurs, heel veel Bontjes, Bontbekken en al veel Kanoeten. Ook vliegen hier veel Noordse Sterns rond.

Ik ga zitten en scoop de stelten af. Het is eigenlijk onbegonnen werk, overal lopen stelten, zitten stelten en steeds meer stelten vliegen de hvp af en verdwijnen op het wad. Na een uurtje belt Rommert met de vraag of ik al iets gevonden heb. Het antwoord is negatief; nog niets gezien. Ik scoop verder en blijf zoeken. In de verte hoor ik de kerktoren van Peasens (of is het Moddergat?) zes keer slaan. Ik richt de scoop nog een keer op het wad en dan loopt daar ineens een Terekruiter (#292) in beeld!! Mijn adem stokt me in de keel en ik kijk nog eens goed, niet eens zo heel erg ver weg loopt er een heuse Terek in mijn beeld!

Ik bel direct Rommert om te vertellen dat ik de vogel gevonden heb. Hij moet erg lachen om mijn enthousiasme en is erg blij voor me. Na het maken van wat bewijsplaatjes piep ik de vogel door. Met veel plezier en moe maar erg voldaan loop ik terug richting Peasens. Bij de auto kom ik Roef Mulder tegen, hij heeft eerst de Tour gekeken en gaat nu de Terek bewonderen. Ook de Zwollenaren die 's avonds op pad zijn gegaan om de vogel te bekijken, troffen hem nog op exact hetzelfde stukje wad aan.


zondag 15 juli 2007

Zondag 15 juli; Naakt vogelen

Zaterdagavond zit ik met een fles bier achter de pc. Na het checken van wat internetsites is het me snel duidelijk, ik ga zondagochtend richting Camperduin voor een Vale Pijl en dan 's middags bollenveldjes afkijken om te proberen een Lachstern te vinden.

Door diverse oorzaken ben ik zondagochtend later op pad dan ik had gehoopt en verwacht. Als ik op de ring van Amsterdam rij kom ik er achter dat ik mijn verrekijker vergeten ben. Voor het eerst in al die jaren dat ik naar vogels kijk vergeet ik mijn kijker. 'Heb ik 'm echt nodig?' vraag ik me af. Om over te zee kijken gebruik ik mijn telescoop en met niet al te veel gedoe moet ik ook wel al die bollenveldjes kunnen checken zonder kijker. Ik besluit niet terug te gaan, maar vandaag dan maar 'naakt' te gaan vogelen.

Net na Amsterdam gaat de pieper, 2 Vale Pijlen langs Camperduin ! Ik zucht en wens dat ik eerder was opgestaan. Maar, er zitten vogels voor de kust dus dat geeft de burger moed. In Camperduin aangekomen blijkt Nick van der Ham al over zee te kijken, hij heeft de twee Vale Pijlen gezien. Binnen een minuut zie ik een nieuwe jaarsoort, een bijna adulte Jan van Gent (# 289) ! We kletsen wat en ondertussen zie ik nog een aantal Jannen langsvliegen. Voor de rest vliegt er niet veel. Nick houdt het na een uurtje voor gezien en besluit weg te gaan. Met een vloeiende beweging tovert hij ineens een heggenschaar uit zijn rugzak. Ik kijk hem verbaasd aan als blijkt dat hij het gras en het helm voor de observatiepost begint te snoeien.


Nadat Nick is weg gegaan zit ik nog een goed anderhalf uur over zee te kijken. Ik zie Zwartjes, Middelste Zaagbekken en zelfs 2 Bruinvissen langszwemmen. Maar van Vale Pijlen is geen spoor te bekennen. Ondertussen begint het in het zuiden te rommelen en vormen zich donkere luchten boven de zee. Langzaam begint het strand leeg te lopen, veel badgasten houden het voor gezien en gaan richting huis. Als de eerste druppels beginnen te vallen geloof ik het ook wel en pak ik mijn spullen in. Op naar de bollenvelden!

Als ik in de auto stap begint het hard te regenen. In de stromende regen rij ik langs verschillende bollenveldjes en probeer deze af te scopen vanuit de auto. Dit valt niet mee, de ramen beslaan, het regent naar binnen en de lenzen van de telescoop zitten onder de regendruppels. Na een Lachstern-loos rondje besluit ik nog een keer het bollenveld te controleren waar eerder deze dag twee vogels zijn gezien. Ik parkeer de auto in het gras en richt mijn telescoop op het ondergelopen veld. De eerste twee vogels die ik zie zijn twee Lachsterns (# 290)!! Met een grote grijns op mijn gezicht bel ik Remco om hem door te geven dat de vogels weer op het bollenveld aanwezig zijn. Daarna sms ik wat vrienden en probeer ik in de regen een bewijsplaatje te maken. Drie jaarsoorten in twee dagen; da's in het geheel niet slecht!

zaterdag 14 juli 2007

Zaterdag 14 juli; Sib Strandloper

Dat het allemaal zo snel zou gaan en vooral dat ik zo veel geluk zou hebben had ik niet echt verwacht. Na een hele morgen niets gedaan te hebben ging de pieper zo rond een uur of één. Tot mijn grote blijdschap ontdekten Pim Stins en Kees van Rij een Siberische Strandloper in de buurt van Rockanje. Iets meer dan 12 uren terug in Nederland en dan deze zeldzaamheid twitchbaar!

Snel stap ik in de auto en binnen twee uurtjes ben ik op de plaats van bestemming, een natuurontwikkelingsproject. Hier lopen veel stelten en meeuwen en staat een 15-tal vogelaars. Mijn telescoop heb ik niet bij me omdat mijn statief nog in mijn rugzak zit. Gelukkig kan ik kiezen uit de aanwezige optiek en spoedig zie ik een geweldig mooie Siberische Strandloper (# 288) in zomerkleed door het beeld lopen.

Martijn Bot is ondertussen ook onderweg naar de Sib Strandloper; voor hem is het nog een lifer. Omdat in de buurt van Rotterdam de mannen van Waterstaat weer eens aan de weg werken neemt hij een verkeerde afslag en blijkt hij ineens in de richting van Den Haag te rijden. Gelukkig weet hij snel de fout te herstellen. We bellen nog een paar keer zodat ik hem nog wat aanwijzingen kan geven. Als ik later in de buurt van het strand op een terras zit te eten belt hij: vogel is gezien!

Voor ik naar huis ga, bezoek ik nog een keer de Siberische stelt. Ik kom een vrolijk lachende Martijn tegen. We kletsen even en als het begint te regenen besluit ik naar huis te gaan.

Zaterdag 14 juli; Back on track !


Na twee weken vogels kijken en Sneeuwluipaard zoeken in Kazakhstan weer terug in Nederland. Kazakhstan was meer dan geweldig. Het zoeken naar het Sneeuwluipaard was ongelooflijk spannend, helaas is het ons niet gelukt er eentje te zien te krijgen.

Natuurlijk ook veel vogels gezien. Hoogtepunten waren o.a. 5 Ibisbills, Witvleugelleeuwerik, 1000-en Roze Spreeuwen, Turkestan Tit, Sakervalken en veel, heel veel Kleine Klapeksters, Scharrelaars en Hoppen.


Dan nu weer de harde realiteit van het jaarlijsten. Na een goede nachtrust en wat 'normaal' eten (gebakken karperkuit en paardenmelk gaan na twee weken toch echt vervelen) ga ik er weer hard tegenaan.

vrijdag 29 juni 2007

Vrijdag 29 juni; Op de valreep

Ik sta al bijna met 1 voet in het vliegtuig richting het oosten maar moet dit nog even kwijt. Misschien vandaag maar zeker morgen komt de nieuwste Nieuwsbrief van de Top of Holland Birding Club op de site van Rommert te staan (http://www.lauwersmeer.com/ klik in het menu links op Birding Club).

Als echte vogelaar moet je dit lezen, bladzijden vol met inspirerenden vogelverhalen, een gedicht voor boven je bed en ga zo nog maar even door. Dit mag jij echt niet missen.

Vrijdag 29 juni; Kazakhstan !!

Wat doet een fanatieke jaarlijster zo tegen het einde van de maand juni? Juist, die gaat heerlijk met Arend van Bemmel en Mark Zekhuis twee weken vogels kijken in Kazakhstan. Even geen stress van het jaarlijsten. Geen zorgen om Groene Reigers en of er nog een echt twitchbare Blonde Ruiter komt. Nee, Guldenstadt's Redstart, Everman's Redstart, Ibisbill, Severtzov's Tit-Babler, White-winged Lark, Black Lark en meer van dat soort heerlijkheden vragen de volgende twee weken om aandacht. En dan vergeet ik nog bijna het eigenlijke doel van deze trip, een poging een Sneeuwluipaard te zien te krijgen. Om deze mytische soort te zien maken we een meerdaagse trip ver en hoog de Tien Shan Mountains in, richting China en Mongolie.

Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik me niet een beetje zorgen maak. Is het niet dom nu weg te gaan uit NL? In Finland Taigastrandloper, in Noorwegen een Roodkeelstrandloper. Wat zit er straks in de Ezumakeeg en ga ik iets echt belangrijks missen?

Nou ja, we zien het wel. Vrijdag de 13e (!!) juli kom ik om 22:10 weer terug in Nederland. Zaterdag de 14e gieten we de auto weer vol diesel en ga ik weer vrolijk verder met de jaarlijst !!

donderdag 28 juni 2007

Donderdag 28 juni; Groene Rakker

Woensdagavond is die kleine Groene rakker weer eens gezien. Op de bekende plek in het noorden van Amsterdam zag een visser 'm vliegen. We hebben het hier over de Groene Reiger, de vogel die ik maar wat graag aan mijn jaarlijst wil toevoegen. Dus ik sta donderdagochtend op de plek van deze Amerikaan. Ik bel met Remco en die geeft me extra info waar de vogel het beste te vinden is. Euhh, sorry, herstel... waar de vogel het beste gezocht kan worden want tot nu toe is het nog steeds niet duidelijk waar de vogel overdag uithangt.

Ik besluit de hele plas af te lopen en overal te gaan zoeken. Aan het einde van de bekende weg met de woonboten parkeer ik de auto en daarna loop ik helemaal (rechts) om de plas heen. Het eerste deel is niet echt geschikt voor de reiger maar het deel tussen de snelweg en de plas lijkt mij een eldorado voor deze Groene Reigert. Kleine plasjes, kreekjes met overhangende bomen en takken en ga zo maar door. Ik struin overal doorheen en zoek alles af. Zonder resultaat. Maar voor wie het wil proberen: volgens mij zou dit best eens de plek kunnen zijn waar de vogel overdag te vinden is. Het gebied is onoverzichtelijk, dus een klein reigertje mis je heel snel. Daarnaast is een paar keer waargenomen dat de vogel naar deze omgeving vloog en hier ook vandaan kwam vliegen. Halverwege juli ga ik het zeker nog een keer proberen, die Groene Reiger moet daar rondsluipen!

Woensdag 27 juni; Niet te vinden...

Woensdagmiddag gaat de pieper en ja hoor, Pim Wolf laat weer eens van zich horen. Op de Slikken van Flakkee (daar waar hij al menig zeldzaamheid ontdekte) vindt hij een Blonde Ruiter. Tegen het einde van de middag stap ik in mijn auto en begin aan de rit naar het zuiden. Vanuit Breukelen, langs Utrecht. Richting Gorinchem en dan naar Rotterdam. Een geweldig gezellige route; je bent geen moment alleen want je staat continu in de file. Voor mijn gevoel duurt de rit een eeuwigheid, met een slakkegangetje tuf ik richting de Delta.

Ondertussen bel ik Pim. Hij neemt de telefoon 'op' met 'jij wilt zeker weten hoe je die Blonde Ruiter te zien kan krijgen?'. Hij geeft me plekinfo en de waarschuwing dat het niet makkelijk zal worden. Een afstand van 500 meter en een harde wind en de ruiter die veel verscholen in de Zeekraal loopt te fourageren. Het zal moeilijk worden maar desalniettemin wil ik het toch proberen.

Om een uur of zes zit ik op de dijk bij Herkingen. De wind blaast me recht in het gezicht en mijn telescoop trilt als een dolle. Ik begin te scopen en zoek het deel van de Slikken af waar Pim de Blonde Ruiter heeft gezien. Niks, maar dan ook helemaal niks. Ik bel nog een keer met Pim, 'zoek ik echt op de goede plekken?' vraag ik hem. Dit blijkt het geval te zijn. We kletsen nog wat over het jaarlijsten en hoe goed vogeljaar 2007 tot op deze dag is. Het kletst lekker met Pim en ik waan me weer even in de kantine van het RIKZ in Middelburg... Peter, Sander, CM, Cor, Rob.. die goeie oude tijd... Ik slik een brok weg en scoop en scoop maar wat ik ook zie: geen Amerikaan. Er komen ondertussen nog wat vogelaars en samen zoeken we naar iets dat niet te vinden blijkt te zijn. Na meer dan twee uur onafgebroken scopen en turen in de snoeiharde wind geef ik het op, dit is niet te doen. Ik rij in stilte en zonder muziek en Blonde Ruiter terug richting Almere. Dit keer zonder files, dat dan weer wel !

maandag 25 juni 2007

Maandag 25 juni; Twee natte mannen 's nachts in de regen

Na de succesvolle twitch van de plevier kom ik om een uur of half tien thuis. Ik eet even wat en dan is het al weer snel tijd om af te reizen naar Tienhoven. Vanavond staat dan eindelijk het Kleinst Waterhoen op het programma. Eindelijk, want ik zit al een hele tijd te hopen op een melding van deze illustere soort.

Onderweg naar Tienhoven regent het enorm, 'dat zal leuk worden, in de regen proberen het zachte roepje van een Kleinst te horen' zit ik te denken terwijl ik over de A27 rij met die superbriljante driedubbel CD van Tom Waits in de speler. Als dit maar goed gaat. Op de kleine parkeerplaats waar ik mijn auto parkeer staat al een auto. Waarschijnlijk die van Hans Pohlmann; met hem wil ik vanavond deze soort proberen te horen. Ik bel hem en hij blijkt een ruime honderd meter voor mij te lopen. Hij wacht op mij en in het stikkedonker lopen wij het betonnen pad af.

Het is even droog, maar niet voor lang. Als we nog maar net staan te wachten op de plek waar de vogels de nacht ervoor gehoord zijn, begint het weer te gieten. Het regent en het regent en het regent maar door. Het zal een vreemd gezicht zijn voor een leek: twee stille mannen die roerloos in de regen op een schelpenpaadje staan. 'Waar ben ik mee bezig' denk ik terwijl ik steeds natter aan het worden ben. 'Dit is toch waardeloos, die vogels gaan toch echt niet meer roepen'.

Na een tijd wordt het droog en begint het wat helderder te worden aan de hemel. Een ster laat zich kort zien. Kikkers kwaken en zo nu en dan roept een Waterral. We luisteren en luisteren maar zonder enig resultaat. Zonder een woord te zeggen besluiten we elk een stuk van het pad te gaan aflopen en zo nu en dan te luisteren. Als ik bij de plek kom waar het betonnen pad overgaat in het schelpenpad hoor ik ineens een kort en scherp ratelend roepje: Kleinst Waterhoen (#287)! Ik roep Hans die haastig aan komt lopen. We staan naast elkaar te luisteren en dan horen we het roepje weer, maar nu komt het uit een andere richting. Hier roepen dus twee vogels, dat is duidelijk. De vogels roepen nu onregelmatig en we kijken elkaar aan, dit is gelukt! Drijfnat maar met een zeer tevreden gevoel lopen we terug naar de auto. Toch niet voor niets op zondagnacht om 1 uur in de regen langs een sompig moeras gestaan.

Zondag 24 juni; Zoekt en gij zult vinden?

Ergens halverwege de zaterdagmiddag check ik de site van Rommert (www.lauwersmeer.com). Tot mijn grote blijdschap zie ik dat in de Drentse Veenkoloniën een Vorkstaartplevier is gezien. Het is echter niet alleen maar rozengeur en maneschijn, de plek is niet bekend en de vogel is afgelopen donderdag gezien. Ik pak direct de telefoon en bel Rommert, hier moet ik meer van weten! Hij weet ook niet veel meer dan op zijn site staat. De vogel is gezien door een vogelaar uit Groningen (ik zal geen naam noemen) en die wil niet vertellen waar hij de vogel heeft gezien, ook niet na aandringen van Rommert. ‘Niet te filmen’, denk ik ‘geef het dan niet door, maak niet iedereen lekker met iets leuks en geef dan vervolgens geen plekinfo...’. Rommert is het roerend met mij eens en snapt er ook niets van. Later hangt hij weer aan de telefoon, de vogel is gisteren (vrijdag dus) nog gezien en door iemand mooi op de foto gezet. Fraai is dat: de vogel zit daar waarschijnlijk nog ergens en niemand mag er ook maar iets van weten.

Ik pak een atlas en bestudeer de Veenkoloniën. Daarna bestudeer ik dit fascinerende stukje Nederland op Google Earth. De enige plek die mij geschikt lijkt voor een Vorkstaartplevier zijn de Vloeivelden bij Nieuw Buinen. Misschien moet ik daar morgenvroeg maar heen en gewoon gaan zoeken. Ik bel nog wat Drentse vogelaars die het met mij eens zijn: de Vloeivelden bieden de beste kans, daar moet gezocht worden. ’s Avonds bel ik David Uit de Weerd, die nog wat extra info heeft. Voor hem is het een nieuwe soort en het lijkt hem wel leuk samen te gaan zoeken.

En zo sta ik zondagmorgen op een carpoolplek in Zwolle-Zuid. David laat niet lang op zich wachten en binnen de kortste keren zijn we in het hart van de Drentse Veenkoloniën. De Vloeivelden liggen er mooi bij, goed nat en met mooie slikrandjes. Veel meeuwen, wat sterns en Kluten, hier en daar een Witgat en daar is het wel mee gedaan. Geen Vorkstaartplevier te bekennen. We rijden rond en zoeken naar geschikte plekken, dat valt echter vies tegen. Alleen maar akkers en graslanden, geen enkele kale akker of een grasland waar wat kort gras staat. Na bijna 4 uur zoeken geven we het op, de vogel is onvindbaar... Wel gaat een paar keer de telefoon, steeds met dezelfde mededeling: afgelopen nacht Kleinst Waterhoen roepend bij Tienhoven !! Dat is in ieder geval wel heel erg goed nieuws, op deze soort zit ik al tijden te wachten. Als er deze week geen roepende vogel komt dan kan ik deze soort voor de rest van het jaar waarschijnlijk wel vergeten. Dus daar gaan we vanavond laat zeker naar toe!

Zondagmiddag zit ik aan een bak koffie, niet ergens in het veld maar gewoon thuis achter de pc. De telefoon gaat, Rommert Cazemier hangt weer eens aan de telefoon, ‘Peter, ik weet de plek waar die plevier zit, we hebben plekinfo gekregen!!”. Ook heeft hij een foto gekregen en de vogel zit op een – althans daar lijkt het op – vers geploegde akker. Het ziet er in ieder geval niet uit als vloeivelden… Rommert heeft naast deze foto wat aanwijzingen en GPS coördinaten gekregen. Met behulp van de aanwijzigingen heeft hij een globaal idee waar de vogel zich zou moeten bevinden. Edwin de Weerd zit al in de auto en is op weg naar deze plek. De GPS coördinaten die hij heeft gekregen zijn heel vreemd en hij snapt ze niet. Ik zit er ook een tijdje naar te kijken en dan valt ineens het kwartje… het zijn Amersfoort-coördinaten maar dan zonder de broodnodige en logische punten en comma's ! In no-time heb ik de juiste plek gevonden en ik bel Edwin. Hij zit een kilometer of vijf verkeerd… ik geef hem de juiste plekinfo: langs een smal weggetje, net voor een scherpe bocht moet aan de noordwest kant een braakliggende akker zijn, daar moet de vogel opzitten !!!

Nog geen half uur later belt Edwin… hij heeft de vogel gevonden… op exact de plek die ik hem voorspelde! YES, dat is bijzonder, bijzonder goed nieuws, ik bel David, die gromt een keer en gaat dan direct richting Drente. Het frustrerende is wel dat David en ik daar zondagmorgen op minder dan 1 km langs zijn gereden. Hadden wij deze kale akker gezien dan hadden wij zeker de vogel gevonden.

En zo komt het dat ik zondagavond voor de tweede keer die dag in de wonderschone Drentse Veenkoloniën ben. Dit keer met meer succes, de Steppevorkstaartplevier (# 286) – want dat blijkt het te zijn – laat zich subliem bekijken.

zaterdag 23 juni 2007

Zaterdag 23 juni; Nieuw: mijn jaarlijst op Dutch Bird Alerts

Nee, dit keer geen nieuwe soort te melden. Maar wel leuk ander nieuws: sinds een dag of twee is het mogelijk op de site van Dutch Bird Alerts lijstjes bij te houden. Vanmorgen mijn 2007 jaarlijst hierop gezet, een ieder kan nu mijn lijst bekijken! Rechts staat de link als eerste bij de Links...
(of klik op deze link: http://www.dutchbirdalerts.nl/lists.action)

dinsdag 19 juni 2007

Dinsdag 19 juni; Happy & tevreden !

Nadat het gierengeweld op zondag al in België in alle hevigheid was losgebarsten stond ik maandag op scherp. Maakte me niet uit waar en hoe, ik zou direct op pad gaan zodra ergens vogels gezien zouden worden. Ik was dan ook enorm blij toen ik de melding kreeg dat Sander Lilipaly de Belgische vogels als eerste de grens zag overzweven. Ondanks het feit dat ik makkelijk weg kon zat ik toen toch wel een beetje te dubben... 'wat is wijsheid, zal ik gaan of wacht ik tot deze (of andere) vogels verder in het land worden gezien?' Ik besloot te wachten en verder te gaan met het meten en wegen van de ‘belowground-samples’ die wij vorige week in het Lauwersmeer hadden verzameld.

De piepjes van de rondvliegende gieren vlogen me ondertussen om de oren en dat maakte me toch wel een beetje nerveus. Op pad gaan naar Zeeuws-Vlaanderen of toch wachten? Ik besloot tot het laatste, rustig blijven en nog maar even wachten totdat ze dichterbij worden gezien. Ik baalde dan ook enorm toen ik berichten ontving dat de Zeeuwse vogels terugvlogen richting België. Die waren toch echt niet meer twitchbaar en van de vogels uit Brabant ontbraken ook elk spoor. Zou ik achter het net vissen en deze soort helemaal gaan missen? Aan het einde van de middag was het duidelijk, Sander vertelde me dat de vogels uit Zeeland allemaal weer in België waren. Die kon ik dus vergeten.

Ik baalde als een stekker en was niet bepaald happy. Ergens moesten er toch vogels aan de grond komen om te overnachten? Dan was het verder heel erg simpel, vroeg opstaan en dan voor zonsopgang de vogels aan de jaarlijst toevoegen. De hele avond hield ik de diverse sites in de gaten en ik was dan ook heel erg blij toen in het forum op Waarneming.nl het gerucht de ronde deed dat bij Oss een stuk of twintig gieren aan de grond werden gezien. Direct Remco gebeld, hij zou ze op de pieper zetten en dan was het een kwestie van afwachten of er echt gieren bij Oss aanwezig waren. Gelukkig duurde het niet lang toen de bevrijdende piep kwam: Vale Gieren bij Oss !! Eindelijk was dan hier het nieuws waar ik zo op had gehoopt! Een plan was snel gemaakt, vroeg opstaan en dan snel naar het Brabantse land.




Ik sliep de afgelopen nacht slecht, was regelmatig wakker om te kijken hoe laat het was. De zon zou dinsdagochtend om 11 minuten over vijf opkomen en op dat moment wilde ik bij de gieren zijn. Vanuit Almere was het iets meer dan een uurtje rijden dus de wekker stond om 20 minuten over drie. Het was dan ook iets na vijven toen ik in de buurt van Oss aankwam. Het was best mistig en dat baarde me toch wel enige zorgen, met een beetje pech was van de slaapboom en de gieren niets te zien... Nadat ik door een doodstil Geffen was gereden kwam ik aan bij de Brandweg, de plek waar de slaapboom moest staan. Hier stonden al een paar mensen te kijken. Al direct zag ik twee Vale Gieren in een boom zitten (# 285)!! Het zicht was helaas niet optimaal; de zon was nog niet op en door de laaghangende mist zag ik geen andere vogels. De vogels die ik wel zag waren een onvolwassen (grijze snavel) en een adulte (snavel met geel) vogel. Na een klein half uur naar de vogels gekeken te hebben besloten naar Breukelen te rijden voordat de files te erg zouden worden. Met het file-leed viel het dit keer gelukkig mee en zo stond ik om zeven uur (dezelfde tijd als normaal) happy en tevreden voor het hek van het Instituut: gieren in de pocket en veel & leuke dingen te doen op het werk!

(op de foto de twee gieren die ik gezien heb. Deze foto is gemaakt door Hans Pohlmann)

zondag 17 juni 2007

Zaterdag 16 juni; Uil in de regen

Even kort want ik verlang naar mijn bed. Van Rommert (dank, dank!) een tijdje geleden een tip gekregen voor een makkelijke Kerkuil. Vanavond tussen hevige regenbuien door deze uil een paar keer zien vliegen (# 284).

zaterdag 16 juni 2007

Zaterdag 16 juni; Spanning en Sensatie

De meer oplettende lezers en degenen die mijn capriolen volgen weten waarschijnlijk wel dat er nog een aantal zeer makkelijke soorten op mijn jaarlijst ontbreekt. Langzaam gaat de lente over in de zomer en dit is ook te merken aan de vogels. Het is stiller aan het worden. Natuurlijk kan de maand juni nog ongelooflijk goed zijn en er kan zo ineens een Mega-Mind-Fucker vallen en is het altijd een risico te ver af te dwalen van de Top of Holland maar deze zaterdag leek mij een geschikt moment om naar het zuiden af te reizen en drie van deze ‘inkoppers’ op te rollen.

Daarom de wekker maar net zo laten staan als anders en op de normale ‘doordeweekse’ tijd uit het bed gesprongen. Koffie gezet, brood gesmeert en iets voor half zeven was ik onderweg naar het zuidwestelijke deel van ons land. De Slikken van Bommenede aan de Grevelingen was mijn doel. Op een zaterdagmorgen vroeg is het altijd goed doorrijden en zo was ik dan ook net voor half negen in de werkhaven die direct naast de Slikken ligt. In het oosten was de lucht pikzwart van een zeer zware bui. Een kwartier eerder reed ik nog in deze bui en ik was dan ook erg blij dat het in de haven droog was. Beetje vreemde zin maar vooruit... Een korte blik over de dijk leverde al direct een nieuwe jaarsoort op in de vorm van een rondvliegende Dwergstern (# 281). De telescoop erbij gepakt en tijdens een korte scan over de zandplaten zag ik meerdere Strandplevieren (# 282). Dat ging wel heel erg eenvoudig en eigenlijk had ik het ook niet anders verwacht.

Koffie gepakt en al die (broedende) Dwergsterns en Strandplevieren eens goed bekeken. Een tweede bak koffie en nog een paar keer de slikken afgekeken. Dit leverde niet zo veel op en ik besloot de Delta uit te rijden en op weg te gaan naar de volgende jaarsoort. Het was nog steeds niet druk op de weg en ik was dan ook in no-time bij het Vispaleis in Hoek van Holland. Het was nog steeds vroeg en het paleis was dan ook gesloten. Een paar Kauwtjes en wat trimmers en wandelaars liepen er rond en dat was het. Ik reed een paar rondjes en zocht de grasveldjes en daken van de huizen af. Niks te zien, misschien was ik gewoon te vroeg en verschijnen ze pas als het Vispaleis open is en het dus drukker is.

Telefoon, Hans ter Haar, een langsvliegende adulte Steppenkiekendief bij Egmond Aan Zee meldt hij. Interessant als je bedenkt dat eerder deze week, op 13 juni ook een adulte vogel in Noord-Holland is gezien, toen in de Amsterdamse Waterleidingsduinen. Dezelfde vogel die daar rondhangt? Toch maar eerst concentreren op de jaarsoort die ik in Hoek van Holland nog kan ‘doen’. Plotseling hoor ik een roep die ik wel kan dromen, die ik nog heel goed ken van Noord-India... ‘dat is ‘m!’ denk ik en dan vliegt daar ineens een Huiskraai (# 283) langs. De vogel gaat langs de parkeerplaatsen zitten en begint aan een plastic zak te sjorren. Hij blijft roepen en is in het geheel niet schuw. Eigenlijk is de vogel best wel tam en het lukt zelfs mij een paar bewijsplaatjes te maken.



Eenvoudig en zonder enige spanning en sensatie drie jaarsoorten aan de lijst kunnen toevoegen. Wel wat saai, de adrenaline door je lijf voelen gieren is toch vele malen leuker. Oh ja, over gieren gesproken... Toen ik eenmaal thuis was belde Hans te Haar me nog een keer. Vanmorgen zijn 18 Vale Gieren gezien bij Ruisbroek in België. De vogels vlogen in noordelijke richting en kunnen dus best in ons land opduiken. Wie weet, misschien is dit de volgende jaarsoort?

maandag 11 juni 2007

Maandag 11 juni; Murphy's Law & pensionados

Het is nog zwaar bewolkt als ik op maandagmorgen om een uur of zeven Almere verlaat. De rit naar het noorden verloopt snel en makkelijk. Het is niet zo druk op de weg en het is ongeveer kwart over negen als ik weer op de hei sta. Hier is letterlijk geen wolkje aan de lucht te zien, de hemel is strak blauw en er staan nagenoeg geen wind. Het lange wachten kan beginnen, hopelijk heeft de vogel honger en besluit hij snel het luchtruim te kiezen.

Ik drink een eerste bak koffie en scoop ondertussen het oostelijke deel van het veen af. Een paar buizerds, een paar meeuwen en dat is het dan wel. Na een uurtje of wat in de felle zon te hebben gestaan besluit ik te verhuizen naar een plek onder een eenzame boom. Hier kan ik in ieder geval in de schaduw staan. Het luchtruim blijf leeg, geen roofvogel laat zich nog zien. Ik bel wat mensen, sms een beetje en ondertussen blijf ik de hei in de gaten houden. Plotseling zie ik laag over de hei een grote roofvogel vliegen. Ik blijf de vogel volgen die laag en strak weg vliegt. Is dit 'm nu? De luchttrillingen doen hun genadeloze werk en ik kan van deze vogel niets maken. Net zo plotseling als de vogel in beeld verscheen is ie ook weer verdwenen.

Een klein uur later scan ik nog steeds met enige regelmaat de lucht en de hei af. En dan ineens... tadaaa... vliegt er samen met een Buizerd een heuse Slangenarend (#280)!! Snel de scoop erop en ik schreeuw het uit van vreugde... 'Slangenarend' roep ik tegen niemand in het bijzonder en dan hoor ik ineens iets achter me. 'Is er hier nog iets leuk te zien?' hoor ik iemand zeggen. Ik schrik me het apezuur en kijk verschrikt om. Twee grijze en behoorlijk verhitte pensionados staren me schaapachtig aan. Ik kijk ze aan en slaak een diepe zucht... Murphy's Law is onverbiddelijk. Hoe kan het ook anders... ik sta uren te wachten, heb nog geen mens gezien of gesproken en op het moment dat ik de Vogel van de Dag zie heb ik dit. Ik mompel wat, pak mijn scoop en probeer de vogel terug te vinden. Die vliegt nog mooi zijn (of haar) rondjes en gaat dan staan bidden. De twee wandelaars achter me laat ik voor wat ze zijn. Echt blij worden ze hier niet van en dat laten ze subtiel merken als ze langs me lopen. Ik kijk ze nog even aan en als blikken konden doden... nou dan wist ik niet hoe het met me was afgelopen daar op die hei. Ik zucht nog een keer en probeer van de vogel te genieten. 'Sorry hoor' denk ik, 'ik heb even iets belangrijkers te doen dan praten over vogeltjes, vlinders en hoe mooi de hei wel niet is... mijn excuses!'

De vogel doet ondertussen zijn ding en vliegt en bidt. Ik slaag erin een filmpje te maken (zal proberen dat op dit blog te zetten) en bel en sms ondertussen wat mensen. Na een waanzinnige steile en snelle duik ploft de vogel de hei in en is uit beeld. Ik piep de vogel en tijdens het inspreken van de lijn zie ik de vogel weer vliegen. Missie geslaagd en ik besluit de warme hei te verlaten. Ik lunch in de schaduw van een paar bomen en laat de auto afkoelen. Daarna, terwijl Alice Russell mijn oren streelt, rij ik met een grote glimlach terug naar het pittoreske Almere.

Zondag 10 juni; Fish werd Chips

Na de geslaagde 'Woudapen-actie' besloten er maar eens lafjes tegen aan te gaan hangen. Ik slaap uit tot een uur of negen en doe het daarna rustig aan. Natuurlijk kan ik nog wel een paar makkelijke jaarsoorten gaan opzoeken maar die hebben geen haast. Heb ik nog tijd genoeg voor.

Om een uur of drie-vier begint het toch wel te kriebelen. Misschien is het een leuk idee naar Hoek van Holland te rijden, daar een visje te gaan eten en dan tegelijkertijd de Huiskraai op de jaarlijst te zetten. Na enig dubben besluit ik te gaan en zo zit ik even later op de Grote Baan richting Hoek van Holland. Dan gaat de telefoon, mijn goede vriend Martijn Bot: 'Peter, ik heb een Slangenarend gevonden op het Fochteloërveen! Kom maar snel'. Zucht... ik ben ondertussen al bijna in Delft, moet dus omdraaien, terug naar Almere en dan naar het noorden. Het is zondag dus veel zondagsrijders en misschien wel files. Niet het meest leuke vooruitzicht wat je je kan voorstellen. Maar een Slangenarend moet ik wel doen, daar kan ik geen dag mee wachten... meestal blijven ze wel een tijdje hangen in het Fochteloërveen maar je weet het maar nooit. Ik draai de auto in de buurt van Delft en begin aan de tocht naar het Veen.

Ondertussen bel ik Hans ter Haar. Die is in de omgeving van het Fochteloërveen naar vlinders aan het kijken. Hans komt net van het veen en gaat direct Martijn bellen. Ik rij verder en bel Martijn nog een paar keer. De vogel vliegt nog steeds boven het veen en is continue te zien. Na een tijdje belt Martijn me, de vogel zit boven in een dode boom en is mooi te zien. Ik gooi een extra blokje hout op het vuur en rij ondertussen al in de buurt van Drachten. Na een zenuwslopende rit over de tweebaansweg richting Hogeveen parkeer ik mijn auto aan het begin (of einde...) van het fietspad dat door het veen loopt. Als ik uit de auto stap kom ik Hans tegen. 'Veel succes', roept hij terwijl ik als een snelwandelaar het fietspad begin af te lopen. Ik bel Martijn die ergens in het midden van de hei staat. 'Vogel is niet meer te zien... dook naar beneden uit de dode boom. Zal er vast nog wel zitten'. Klote, dit zal toch niet waar zijn...

Eindelijk kom ik bij Martijn aan die vrolijk ergens midden op de eenzame heide op mij staat te wachten. Ik feliciteer hem en vraag of hij de vogel nog gezien heeft. Dit blijkt niet het geval te zijn, de vogel is uit beeld en het enige wat hij aan mij kan tonen is de dode boom die wel heel erg kaal en leeg blijkt te zijn. Martijn heeft honger, dorst en heeft het ondertussen wel gehad. Hij staat dan ook al enige uren op de hei en besluit naar Groningen af te reizen.

Ik kijk nog even naar de dode boom en maak een plan. Het is ondertussen al bijna half negen. De vogel zit er nog steeds dus als ik nu eens morgenvroeg op de hei ga staan. Ergens in de loop van de ochtend zal de vogel wel gaan vliegen en dan kop ik 'm heel simpel in. Ik loop terug naar de auto en rij richting Appelscha. Ondertussen heb ik ook wel aardig honger en ik besluit vet te gaan halen. Bij de frietzaak die tegelijkertijd een cafe is blijkt het een vrolijke boel te zijn. Aardige mannen en vlotte vrouwen in hippe kleren drinken bier en kletsen elkaar de oren van de kop. Ook de muziek is vrolijk, de ene na de andere Hollandse Hit klinkt door het cafe. Ik besluit op het terras te gaan zitten en eet daar mijn frietje met kroket. Wat begon met een visje in Hoek van Holland eindigde met een frietje in Appelscha !

zondag 10 juni 2007

Zaterdag 9 juni; Vier maal is scheepsrecht.

Afgelopen vrijdag zou het dan moeten gebeuren, ik schreef het al in mijn vorige blog. Een warme en broeierige dag en een dito avond, subliem voor Woudaapjes. 's Avonds eerst in Tienhoven naar de kerk gegaan. Achter dit kleine kerkje heb je een mooi uitzicht over een plas met pompebladen. Iets meer dan een week geleden zijn hier nog twee Woudapen gezien. Terwijl ik de randen en de rietvegetatie van de plas afscoop begint het in het oosten te rommelen. Een zware onweersbui komt langzaam mijn kant op. Toen de bui nog maar een kilometer van me af was werd het tijd naar de auto te gaan. De bui was echt enorm, de regen kwam met bakken uit de hemel en het leek wel onafgebroken te donderen. Tijdens de bui naar de bekende 'Woudapen-plek' gereden en hier gewacht tot de bui voorbij was gedreven.

Toen het droog werd was het een stuk frisser. Vogels zongen plotseling overal en dit mengde bijzonder fraai met het doffe rommelen van de wegtrekkende onweersbui. Om over het riet te kunnen kijken kreeg ik het snode plan boven op de auto te klimmen. Het uitzicht is dan ineens stukken beter, je ziet plassen en kan rietkragen goed afkijken. Maar helaas, geen Woudaap te zien. Nog drie vogelaars kwamen hun geluk beproeven. En wat denk je... geen enkele Woudaap te horen...

Al vrij snel vertrokken de andere vogelaars en ik bleef eenzaam en bijzonder alleen achter. Na een kwartier in mijn eentje was ik het zat en had ik het wel gehad. 'Volgens mij zitten er dit jaar geen roepende Woudapen in Tienhoven' sms-te ik naar een goede vriend. Hierna reed ik naar huis reed en dook moe maar zeker niet voldaan mijn bed in.

Dan maar plan B bedacht ik me zaterdagmorgen. Van een goede kennis wist ik dat ergens op een min of meer 'geheime lokatie' in de buurt van Arnhem Woudapen zitten. En ik wist ook dat die de afgelopen week nog twee keer gehoord waren. Dus hier zou ik mijn kaarten op inzetten.

En zo bevond ik me gisteravond om een uur of negen op de geheime lokatie. Ik kan en mag niet te veel verklappen maar het is daar landschappelijk wel bijzonder fraai. Overal Zwarte Sterns en er zat zelfs een Grote Karekiet te zingen. De zon ging als een grote rode bal onder en het licht ging langzaam uit. Het werd tien uur... niks. Het werd kwart over tien, half elf... nog steeds niks. En toen... om vijf over half elf klonk aan de overkant van het water, uit het riet het onmiskenbare geluid van de Woudaap !! De vogel riep 10 minuten lang onafgebroken en was uitstekend te horen. Daarna hield de vogel zijn snavel. De wereld draaide gewoon door, alsof niets van enig belang gebeurd was maar van binnen stond mijn wereld even op z'n kop... eindelijk Woudaap op mijn jaarlijst... eindelijk gelukt!

Binnen een uur ben ik weer thuis, ik pak een biertje en terwijl St. Germain uit de speakers klinkt drink ik het langzaam op. In mijn notitieboekje schrijf ik met grote letters 'Woudaap #279' en hierna rol ik moe en dit keer meer dan voldaan mijn bed in.

donderdag 7 juni 2007

Woensdag 6 juni; Oorverdovende stilte

Afgelopen zaterdagavond/nacht had ik al een aantal uren op de bekende plek in Tienhoven staan ‘luisteren’ naar een Woudaap die zich niet liet horen. Het leek mij wel een slim plan gisteravond opnieuw een poging te wagen. Ik heb nog wel een goede back-up plek voor dit reigertje maar Tienhoven ligt vanuit Almere gezien bijna om de hoek.

Aangekomen in Tienhoven viel het me een beetje tegen. Voor mijn gevoel waren de omstandigheden voor luid roepende Woudaapjes niet optimaal; het waaide en het was nu niet bepaald een warme avond. Maar niet geschoten is altijd mis en de koffie smaakte niet verkeerd. Na een klein kwartiertje kwam Pim uit Almere aanrijden. Ook hij wilde zijn geluk proberen en een nieuwe soort aan zijn Nederlandse lijst toevoegen. Samen op een bankje kletsten we over – hoe kan het anders – vogels en hoe alles daar mee samenhangt. Purperreigers en Zwarte Sterns vlogen regelmatig voor ons langs terwijl de tijd langzaam verstreek.

Het was net een klein beetje begonnen te schemeren toen Wil Schep aan kwam rijden en tussen ons in op het bankje ging zitten. Nog meer vogelverhalen en een goede tip over hoe en waar ik de broodnodige Kwak aan mijn lijst zou kunnen toevoegen. Als de Woudaap niet zou gaan roepen dan leverde deze avond in ieder geval wel deze bruikbare tip op!

Het werd later en later en donkerder en donkerder. Het moeras om ons heen vervaagde en werd zwart. Kikkers kwaakten en een Bosrietzanger zong in de verte. Voor de rest niets dan stilte, een oorverdovende stilte. Geen Woudaap deze avond. Was het te vroeg in het seizoen? Te koud? Te veel wind?? Wie het weet mag het me vertellen. Op het moment dat de woensdag soepel overging in de donderdag besloten we de pijp aan Maarten te geven en naar huis te gaan. Met Massive Attack en Moby reed ik door de nacht terug naar het wonderschone Almere. Volgens de weerprofeten gaat het vrijdag een warme & broeierige dag worden, dan maar een nieuwe poging wagen.

woensdag 6 juni 2007

Dinsdag 5 juni; Hoe het verder ging

Het is vandaag vijf juni en het totale aantal vogelsoorten in Nederland door mij dit jaar gezien is 278 (gisteren Grote Frapo, Lauwersmeer). Is dit veel? Eigenlijk heb ik geen idee. Het voelt wel als heel erg veel. Ik kan onmogelijk in 1 bericht een compleet overzicht geven van hoe, waar & wanneer ik al die soorten heb gezien en daarom zal ik proberen de hoogtepunten samen te vatten.

Misschien moet ik eerst opschrijven wat ik heb gemist. Voor onderzoek aan Kleine Zwanen zat ik twee weken in Estland. Hierdoor miste ik Dunbekmeeuw, Ringsnaveleend en Waterspreeuw. Voor de laatste twee kwam ik 1 dag te laat terug. Op zaterdag was ik weer in Nederland en de volgende dag waren de vogels letterlijk gevlogen. Verder mis ik de eerder genoemde Grote Tafeleend en vogels die maar 1 avond werden gezien en niet twitchbaar waren (Griel) of op trektelposten (o.a. Roodstuitzwaluw, Lachstern en Duinpieper) overvlogen. Voor de rest ben ik overal heen gegaan en heb - met wat geduld en geluk - alles gezien.

Wat voorbeelden? Op zondag 22 mei zag en hoorde ik de Iberische Tjiftjaf bij Diemen. De dag daarna aan het einde van de middag na mijn werk naar Zeeuws-Vlaanderen getogen en daar de Franklins Meeuw gezien. Op dinsdag na mijn werk naar de Eemshaven gereden voor de Roodkopklauwier (en als goede bonus 3-5 Draaihalzen meegenomen). Op woensdag de Hop van Uddel gezien (luttele minuten voordat het voetbalveld waarop de vogel fourageerde bestormd werd door jonge voetballertjes en de Hop voor altijd uit het zicht verdween) en op donderdag had ik 5 overvliegende Bijeneters op de Steile Bank (deze vogels waren eerder door Aart Vink gezien). Ik heb wel eens slechtere weken...

Het mooie van de maanden mei en juni is dat je na het werk nog het hele land door kan voor een nieuwe soort. Zo deed ik Kleine Vlieg, Ralreiger en Bronskopeend na het werk.

Mijn langste autorit maakte ik afgelopen zondag. Eerst naar de Grauwe Fitis van Westkapelle en daarna via Belgie naar de Orpheusspotvogel van Maastricht. Na een afschuwelijke file (de A2 was dicht vanwege werkzaamheden) reed ik Almere weer binnen met 700 km op de dagteller.

Zijn er nog 'eenvoudige soorten' die op mijn lijst missen? Best wel veel eigenlijk. Wat te denken van Kerkuil, Dwergstern, Strandplevier, Huiskraai en Kuifduiker. Daarnaast heb ik nog geen enkele zeevogel (behalve Zwarte Zee-eend en Zwarte Zeekoet). Dus bijvoorbeeld geen Jan van Gent, geen jagers, Alk of Zeekoet. Hier is nog een aardige inhaalslag te verrichten.

Ik zal proberen jullie op de hoogte te houden hoe het allemaal gaat. Misschien lukt het me niet altijd actueel te zijn en de volgende dag al te berichten wat ik heb gezien (of juist niet heb gezien!) maar ik zal mijn best doen !!!

Dinsdag 5 juni; Hoe het begon

Tja, vreemd genoeg begon dit Big Year niet op de eerste maar op de 27e januari. Samen met Rob Versteeg maakte ik een mooi rondje door Nederland. Mongoolse Pieper, Blauwstaart, Pallas Boszanger, Dwerggors en Grote Burrie rolden we in no time op. Toen begon het een beetje te kriebelen, ‘Dit is toch wel een vliegende start, zoveel goede soorten die ik nu al in binnen heb’. Ik speelde al jaren met de gedachte eens een jaar lang echt fanatiek te gaan jaarlijsten en misschien is dit een goed jaar het eens te proberen... ’s Avonds op de bank het besluit genomen... ik ga er voor. Gewoon voor de lol proberen alles te twitchen wat er te twitchen valt en dan kijken hoeveel soorten je kan zien in 2007. Ik woon centraal in het land, heb veel mogelijkheden op pad te gaan en het geld is ook niet echt een probleem. Dus waarom zou ik er niet voor gaan?

In de eerste twee-drie weken een paar dingen laten lopen, de Grote Tafeleend niet opgezocht en geen zin in een rit naar Zeeland voor Kleine Alk en een bezoek aan de Brouwersdam. Hierna er echt voor gegaan.